...Ik wil later dokter worden...daar stond hij weer achter de heg... wie onderbrak haar dans...MOORDENAAR..

Het zijn teksten die opduiken op de tekeningen van Hannie van Dalen. De teksten zijn te kort om alles uit te leggen, maar genoeg om een wereld op te roepen. Een wereld die niet hier en nu is, maar die ook geen concreet verleden is. Het is zoals Hannie het zelf zegt: een afgesloten tijd, maar die tijd is niet per sé het verleden. Daar speelt de blauwe balpeninkt inkt ook mee, net als de vreemde claustrofobische ruimtes waar de figuren en teksten in staan: als een droom die maar niet realistisch wil worden. Het is geen zoetsappige wereld waar de beelden en losse zinnen uit te voorschijn worden getoverd, wel een waar je naar moet kijken. De dood, doodsangst, moord, het komt allemaal voorbij. Maar de vraag of zij zelf dat meisje is, en of ze dat zelf heeft meegemaakt is eigenlijk de verkeerde, want op die vraag is geen eenduidig antwoord mogelijk. Je kan zeggen dat het werk van een kunstenaar over de kunstenaar zelf gaat, maar niet letterlijk. Het is niet zo dat Hannie verhalen uit haar jeugd tekent. Het zijn wel vaak beelden uit de tijd waarin zij opgroeide, maar die beelden zijn verdraaid, verfraaid, of juist gruwelijker gemaakt. Omdat dat zo uitkwam, omdat de tekening daarom vroeg. Haar dagelijks werk is het tekenen zelf: het zetten van rechte streepjes met een blauwe balpen, naast elkaar en over elkaar. Zij let er op dat haar lijnen zo recht mogelijk zijn en ze worden eindeloos herhaald. Het kleine stuk papier waar zij zich die dag op geworpen heeft wordt zo bedekt met een laag blauwe balpeninkt. Met veel concentratie probeert zij ieder streepje op de juiste plek te krijgen. Zonder die concentratie en vasthoudendheid lukt het niet: de fanatieke manier waarop haar tekeningen gemaakt zijn maken ze boeiend. Tekenen, zegt zij, is als de liefde bedrijven: er is overgave voor nodig. Intiem zijn haar tekeningen dan ook.Het zijn dan ook niet alleen de onderwerpen die haar tekeningen zo dwingend maken, maar vooral die overgave waarmee ze gemaakt zijn.

 

Frans van Tartwijk.